Details
Besprekingen
Het Belang van Limburg
Annie Van Keymeulen schrijft jazz met 'Bas'
- Hoe bent u terechtgekomen in de verschillende werelden van harmonies en jazz?
Annie Van Keymeulen: «Ik ken fanfares en harmonies zoals iedereen die in een dorp opgegroeid is. En ik had een oudoom die bij de muziek was, een typische figuur, hij had zo in 'Wij heren van Zichem' kunnen meespelen. Ook mijn vader heeft in zijn jonge jaren klarinet gespeeld, maar dat weet ik slechts van verhalen en foto's. Fanfares en harmonies waren een soort cement in het gemeenschapsleven, die mensen bij elkaar brachten. Zoals ik een klarinetspeler van een big band tegen mijn Marcel Lijsterman zeggen: 'Dat mogen ze mij nooit afpakken.'»
- En jazz?
«Met de jazz ben ik om zo te zeggen getrouwd», zegt Annie. «Als je met een muziekliefhebber samenleeft, leef je ook met zijn muziek. Mijn man heeft me met zijn enthousiasme aangestoken en geleerd om er gericht naar te luisteren. Sommige muziek intrigeerde me meteen. Neem Thelonious Monk. Wat doet die kerel daar op z'n piano, vraag je je af? Tegen de harmonie ingaan en een nieuwe harmonie opbouwen. Dat leeft, dat vibreert.»
Coltrane
- Is John Coltrane, de muzikale vader van uw romanfiguur Marcel, ook de uwe?
«Coltrane is een mijlpaal in de jazzgeschiedenis. Zoals je de muzikale tijd kunt indelen in voor en na Armstrong, zo heb je ook voor en na Coltrane. En toen hij in '67 stierf, rouwden alle (zwarte) muzikanten, dichters en schrijvers. Hij bleek een ernstig, gedreven en verantwoordelijk persoon, iemand die nadenkt en zoekt en blijft vernieuwen. Hij is ten voeten uit wat de zestienjarige Marcel Lijsterman nodig heeft en niet vindt in zijn eigen vader. Coltrane is natuurlijk ook een van mijn favorieten, anders had ik niet op die manier over hem kunnen schrijven.»
Hartslag
- Is de contrabas het instrument van de jazz zoals de pen voor de literatuur?
«Ik hou van die diepe, warme tonen, de hartslag van de jazz, dat is de contrabas. Je hoort hem bijna niet, maar hij is de levende basis. Ik wist heel weinig over het instrument. Marcels worsteling met de contrabas is ook de mijne geweest. De research heb ik bijzonder graag gedaan: optredens, muziek beluisteren, kijken naar de musici, vooral naar de bassisten, grasduinen in de jazzwereld, muziekgeschiedenis bestuderen, vakliteratuur doornemen.»
- Schrijft u met muziek in de oren?
«Vaak. Een verhaal heeft een ritme, een pulse, een emotionele lading. Dat moet op papier komen, niet in noten en akkoorden, maar in woorden. Als ik aan een verhaal begin, heb ik een thema dat ik meer wil uitdiepen, of een beeld, iets dat me zeer getroffen heeft en daar groeit een verhaal uit. Dat is improviseren. Stilaan krijgt het verhaal vorm, dat is het leukste van het schrijfproces. Als het lukt, tenminste. Daarna komt het bijschaven, schrappen, verbeteren, er een geheel van maken. Dan wordt schrijven componeren.»