Over de Eerste Wereldoorlog zijn bibliotheken vol geschreven. De Senegalees-Franse auteur en universiteitsdocent David Diop vestigt met zijn zojuist vertaalde prachtige roman 'Meer dan een broer' de aandacht op een niet onbekende, maar wel onderbelichte kant van het conflict: de rol van de Afrikaanse soldaten die meevochten met hun kolonisatoren. Het boek kreeg in Frankrijk een belangrijke prijs en president Macron ontving de schrijver in het Elysée-paleis.
'Meer dan een broer' vertelt over Alfa en zijn jeugdvriend Mademba. De vader van de laatstgenoemde heeft de eerste geadopteerd, nadat diens moeder verdween. "We zijn meer dan broers", is Alfa's overtuiging, "want we hebben elkaar als broers gekozen". Samen hebben zij dienst genomen in het Franse leger, maar tijdens een van de eerste aanvallen waaraan hun compagnie deelneemt, sterft Mademba in Alfa's armen. Tot drie keer toe smeekt Mademba Alfa hem uit zijn lijden te verlossen. "Maar tegenover jou, Mademba, was ik n…Lees verder
Over de Eerste Wereldoorlog zijn bibliotheken vol geschreven. De Senegalees-Franse auteur en universiteitsdocent David Diop vestigt met zijn zojuist vertaalde prachtige roman 'Meer dan een broer' de aandacht op een niet onbekende, maar wel onderbelichte kant van het conflict: de rol van de Afrikaanse soldaten die meevochten met hun kolonisatoren. Het boek kreeg in Frankrijk een belangrijke prijs en president Macron ontving de schrijver in het Elysée-paleis.
'Meer dan een broer' vertelt over Alfa en zijn jeugdvriend Mademba. De vader van de laatstgenoemde heeft de eerste geadopteerd, nadat diens moeder verdween. "We zijn meer dan broers", is Alfa's overtuiging, "want we hebben elkaar als broers gekozen". Samen hebben zij dienst genomen in het Franse leger, maar tijdens een van de eerste aanvallen waaraan hun compagnie deelneemt, sterft Mademba in Alfa's armen. Tot drie keer toe smeekt Mademba Alfa hem uit zijn lijden te verlossen. "Maar tegenover jou, Mademba, was ik niet in staat een mens te zijn. Ik liet je me verwensen, mijn vriend, mijn meer-dan-een-broer, ik liet je brullen en vloeken omdat ik nog niet zelf kon denken."
De dood van Mademba is het moment waarop voor Alfa de oorlog van karakter verandert - en hijzelf ook. Zijn eigen leven telt nauwelijks meer voor hem. Wanneer de vijandelijke loopgraven bestormd worden, keert hij tot zeven keer toe in de eigen linies terug met de afgehakte arm van een Duitse soldaat. Een van die armen bevestigt hij op zijn helm, om de tegenstander uit te dagen en schrik aan te jagen: "Als ik naar de blauwe ogen van de vijand kijk, zie ik vaak de panische angst voor de dood, voor wildemansgedrag, voor verkrachting, voor kannibalisme. Ik zie in zijn ogen wat ze hem over mij hebben verteld." Alfa realiseert zich daarbij terdege dat de soldaten van de andere partij niets verkeerds hebben gedaan. "Ik zag in zijn ogen dat het een goede jongen was, een goede zoon", schrijft hij over een van zijn slachtoffers. "En toen moest ik op zijn pad komen, zoals het ongeluk en de dood op het pad van de onschuld." Beiden zijn radertjes in een meedogenloze oorlogsmachine.
Niet alle jonge soldaten lieten het geweld zomaar over zich heen komen. Sommigen beseften dat zij nog een leven voor zich hadden en wilden zich dat niet laten afpakken. De beschrijving van het neerslaan van een rebellie in de Franse gelederen waarvan Alfa getuige is, is hartverscheurend en snijdt de lezer door de ziel.
Maar ook zijn bijgelovige Franse medesoldaten boezemt Alfa's gedrag, dat hen doet denken aan zwarte magie, angst in. Zijn commandant stuurt hem voor behandeling naar een lazaret achter de linies. In gesprekken met zijn psychiater, meneer François, vertelt hij over zijn vroegere leven, en over zijn bijzondere band met Mademba, over de liefdesnacht die hij net voor zijn vertrek naar het leger beleefde met het mooiste meisje van het dorp, die haar familie-eer voor hem resoluut opzijzette.
Tot aan het slothoofdstuk leest de lezer een uitstekende, geraffineerd gecomponeerde roman, waarin zowel de oorlogsgruwelen van een goede eeuw terug als het armoedige, maar vreedzame leven in een dorpje op het Senegalese platteland tot leven komen. Hooguit kan men het bezwaar opwerpen dat het boek in realisme blijft steken. Maar dat is buiten de waard gerekend. "Degene die een bekend verhaal vertelt, kan er een ander verhaal in verbergen", waarschuwt de schrijver. En zie: in de laatste tien bladzijden geeft Diop aan zijn roman een onthutsende wending, die al het voorafgaande op losse schroeven zet, in een ander, nog schrijnender daglicht stelt en de titel een nieuwe, veel grotere lading geeft. Het zijn deze overrompelende laatste bladzijden die deze roman de allure geven van grootse literatuur.
Verberg tekst