De Belg Herman Portocarero (1952) is naast diplomaat tevens auteur van meer dan twintig romans en memoires over zijn politieke belevenissen. Zijn detective 'New Yorkse nachten' werd in 2006 bekroond met de Hercule Poirotprijs voor beste Vlaamse misdaadroman. In zijn nieuwste boek beschrijft hij de geschiedenis van zijn familie, die er in de twintigste eeuw in slaagde steevast aan de verkeerde kant van de geschiedenis terecht te komen: overgrootvader en opa maakten tijdens de Eerste Wereldoorlog als Antwerpse veehandelaars fortuin door grootschalige leveranties aan de Duitsers, terwijl vader in de Tweede Wereldoorlog vrijwillig bij de SS vocht in Oost-Europa en nadien nog zijn zoon naar Göring vernoemde. Hun met genadeloze eerlijkheid beschreven lotgevallen en echo in het heden zijn op zichzelf interessant genoeg, maar de dikwijls overmatig gecoiffeerde stijl en al even onevenwichtige structuur van het boek – meer een onderzoeksverslag dan een reconstructie – laten zeer veel te wensen over. Een register of stamboomschema ontbreekt, in tegenstelling tot een fotokatern. Een gemiste kans.