Stedevaart
Stedevaart
Details
415 p. : ill.
Besprekingen
De Standaard
'Op het platteland ga ik altijd een beetje dood', schrijft Jan Brokken (70). Aan de samenstelling van Stedevaart heeft de Nederlandse schrijver dus plezier beleefd. In dat nieuwe geïllustreerde boek bundelt hij 22 verhalen over steden die hij in zijn lange carrière als reisschrijver bezocht heeft. De meeste teksten zijn ooit elders gepubliceerd en werden voor deze verzameling licht gestroomlijnd.
Elk verhaal in Stedevaart focust op één persoon, vaak een schilder, een schrijver of een componist. Aan de hand van diens leven, diens werk, diens sporen op straten en pleinen en in huizen geeft Brokken een inzicht in de ziel van de stad. De lezer krijgt en passant hele geschiedenissen en halve biografieën mee, compact en boeiend verteld: van Joseph Beuys, J.M.G. Le Clézio, Tip Marugg, Erik Satie en Gaetano Donizetti - om maar vijf van de intrigerende onderwerpen te noemen. De eruditie wordt nooit zwaarwichtig, de kennis wordt niet uitgesmeerd.
Voor de hand liggende steden als Parijs en Venetië passeren de revue, maar ook onverwachte bestemmingen als Middelharnis op het eiland Goeree-Overflakkee, Port Louis op Mauritius en Yamoussoukro in Ivoorkust, waar dertig jaar geleden een kopie van de Sint-Pieters in Rome verrees. Het palet is dus groot en de keuze eclectisch. Brokken is een reiziger met een open vizier. 'Het hedendaagse kan verrekte mooi zijn en even indrukwekkend als een kathedraal uit de renaissance.'
Japanner
Brokken schrijft eigenlijk vrij zakelijk, to the point, in overzichtelijke beschrijvende zinnen. Hij laat zich nooit verleiden tot gratuite schilderachtigheid of flauwe poëzie, een euvel waaronder veel reisverhalen lijden. Dat wil niet zeggen dat zijn stijl kil, kaal of puur journalistiek is. In het verhaal over Bilbao en de schitterende ingreep die architect Frank Gehry in de stad deed, kom je onverwachts bij 'Bilbao ligt als een papieren vogel gevouwen in de plooien van een dal'. Dat bevlogen zinnetje straalt af op het hele verhaal. Soms volstaan dan weer vier woorden om een universeel beeld op te roepen. 'De Japanse toerist fotografeert.'
De schrijver mijdt navelstaarderij. Brokken geeft zichzelf pas een rol in zijn verhaal als zijn aanwezigheid iets essentieels bijdraagt. In het verhaal over Giorgio Morandi, de reus die 'obstinaat' potjes en vaasjes schilderde in Bologna, voert hij zich op als de tegenpool. 'Het ene uiterste in jezelf verlangt soms naar het andere.' In Aizpute in Letland hoort de domineeszoon in een dovemansgesprek plotseling zijn vaders stem vanaf de kansel. In het verhaal over Bordeaux staat zijn schoonmoeder centraal.
Berlijn
Deze verhalen zijn niet per se als invitations au voyage geschreven; je hoeft niet in het eerste vliegtuig te springen om ze ten volle te appreciëren, ze staan ook op zich. Maar toch zijn ze op hun manier bijzonder uitnodigend; ze kleuren zelfs ons beeld van overbekende bestemmingen bij. Amsterdam door de ogen van Gustav Mahler, die niet van de stad hield maar er in het Concertgebouw zijn tweede thuis had: ik zal het niet meer vergeten.
Soms gaat Brokken tegen de heersende trend in. Berlijn, de stad waar we met z'n allen voor vallen vanwege de voorbeeldige omgang met de geschiedenis, is niet zo aantrekkelijk meer, vindt hij. 'Misschien is Berlijn eindelijk een gewone stad aan het worden.' En Bilbao en Valencia, steden die door critici worden beschreven als slachtoffers van de showarchitectuur van Frank Gehry en Santiago Calatrava, krijgen zijn lof. Niet zonder overtuigende persoonlijke verantwoording.
Jan Brokken blijft natuurlijk eerst en vooral de schrijver van gelijkaardig werk van langere adem, 'verhalende non-fictie' als De gloed van Sint-Petersburg en Baltische zielen, die terecht door de kritiek en het publiek ruim op werden gepikt. Maar ook op de korte afstand toont hij zijn meesterschap. Stedevaart is leunstoeltoerisme en tijdreizen voor fijnproevers.
Atlas Contact, 416 blz., 29,99 €.
NBD Biblion
Trouw
'Je bestemming is nooit een plek, maar een nieuwe manier om dingen te zien", beweerde de Amerikaanse literator Henry Miller (1891-1980) ooit. Met die instelling reist en schrijft de Nederlandse schrijver Jan Brokken al decennialang. In 'Stedevaart' bundelt hij de inzichten die bezoeken aan uiteenlopende plaatsen opleverden: veel steden in Europa, maar ook in Japan en Mauritius.
Exotisme is geen must. In een van de fijnste verhalen in dit boek katapulteert Meindert Hobbema's schilderij 'Het laantje van Middelharnis' (1685), een toonbeeld van helderheid en serene rust, Brokken naar een uitstapje naar die plaats op Goeree-Overflakkee. Of beter gezegd: terug naar zijn gezelschap van toen, Fiene, destijds de verloofde van een veel oudere broer van de schrijver. Via de gevoelens van het jongetje Jan eindigen we bij een tentoonstellingbezoekster die Brokken wijst op de diepere betekenis van afbeeldingen als die van Hobbema, laantjes die zich openen naar de kijker toe en verdwijnen richting horizon. Hun aanzuigende werking, beweert ze, dat is verleiding.
Het zijn bij Brokken eigenlijk nooit alleen de plekken die zorgen dat je de dingen op een nieuwe manier gaat zien. Het draait in de meeste gevallen om kunstenaars die met de plaatsen zijn verbonden. Schilders, schrijvers, musici, architecten en andere artistiekelingen bezitten vaak het vermogen om mensen uit hun tredmolen van denken en kijken te halen. Kunstenaars weten als geen ander de ziel van een stad te vangen. Met de precieze stijl van Brokken daarbovenop kan dat leiden tot mooie miniatuurtjes. Het is zo'n beetje de methode die ook een van zijn beste werken, 'Baltische zielen', tot een succes maakte.
Van boeken komen ook boeken, of op zijn minst verhalen. Na een lezing heeft Brokken een gesprek met twee liefhebbers van zijn boek 'In het huis van de dode dichter' over de naar Amsterdam gevluchte Russische pianist Youri Egorov. Op die manier stuit hij op de geschiedenis van Iosif Raksin, volger en kenner van de componist Sjostakovitsj, en van Raksins muzikaal getalenteerde zonen Daniel en Boris. De voorbereiding voor het twee jaar geleden verschenen 'De rechtvaardigen' laat hem kennis maken met Kyoto, Japan ('Het lelijkste land dat ik heb gezien. En het allermooiste'), 's lands filosofie en een intrigerende Japanse, die zich verscheurd voelt tussen haar geboorteland en het Westen.
Het verhaal 'Een basiliek in het regenwoud' (opgenomen in 'De moordenaar van Ouagadougou', 1989) voert de schrijver in 2009 terug naar Yamoussoukro, de nieuwe hoofdstad van Ivoorkust. Zijn al eerder geuite ongemak bij de bedilzucht van het postkoloniale Europa koppelt hij aan een analyse over de economische neergang van het Afrikaanse land.
In Montmartre gaat Brokken op zoek naar de sporen van de pianist/componist Erik Satie. Die stierf arm als een kerkrat, maar wel in het bezit van een kast met zeven paraplu's, tien hagelwitte boorden en vijftien identieke fluwelen kostuums, waarvan hij er maar twee ooit had gedragen. Meer van dat soort postume ontdekkingen duiken op in 'Stedevaart': bijvoorbeeld het deel van een schedel van een Italiaanse collega-componist dat dienstdoet als centenbakje van een slager.
Brokken op zijn best laat zijn fascinatie voor steden en hun prominente kunstenaars overslaan op de lezer. Maar hij schrijft even enthousiasmerend over de Venetiaanse boekbinder die hem van een notitiecahier voorziet en over de boekverkoper in dezelfde stad die hem met heel veel tegenzin een catalogus gewijd aan het werk van de schilder Bellini verkoopt. Brokken valt even hard voor de schoonheid als voor de vergankelijkheid ervan. Een beetje stad heeft wat van beide te bieden.
'Stedevaart' had aan kracht gewonnen door een iets scherpere selectie van verhalen. Enkele stukken komen nauwelijks verder dan de flarden van een kunstenaarsbiografie. In andere trapt Brokken open deuren in. Fraai opgeschreven, maar toch. Dat de architecten Santiago Calatrava en Frank Gehry respectievelijk Valencia en Bilbao wakker kusten, hebben de meeste mensen al zelf eerder gezien, gehoord of gelezen.