De opnames voor De zaak Alzheimer zijn twee weken bezig. Koen De Bouw
en Werner Desmedt spelen het politieduo Vincke en Verstuyft. Ze volgen
het spoor van een seriemoordenaar die aan Alzheimer lijdt, een rol van
Jan Decleir. Jef Geeraerts (73) ziet zijn boek uit 1985 eindelijk
verfilmd door Erik Van Looy (41).
Kennen jullie elkaars werk?
Geeraerts: ,,Ik volg Erik en ik vind hem zeer professioneel, iets waar ik altijd respect voor heb. Dàt plus talent zorgt ervoor dat je gefascineerd wordt. Kijk, ik sla film in de rangorde van de kunsten hoger aan dan literatuur. Muziek is voor mij het hoogste omdat het onstoffelijk is. Muziek is onzichtbaar en in staat onmiddellijke emotie voort te brengen. Als een film goed gemaakt is, word ik in het doek gezogen en blijf ik erin tot het laatste moment. En als de generiek aan het eind komt, dan zit je daar, mond open.''
Van Looy: ,,U moet wel blij zijn dat uw boek na zeventien jaar eindelijk wordt verfilmd. Het is merkwaardig dat het zolang heeft geduurd voor een van uw boeken de zaal heeft bereikt.''
Geeraerts: ,, Diamant is voor televisie verfilmd. De eerste keer dat ik dat zag, vond ik het niet zo goed. De tweede keer was het al beter. Ik dacht wel: kunnen ze nu niet eens anders neuken, moet dat elke keer hetzelfde? En dan negen doden in mijn boek; zij maakten er veertien van. Ik heb niks tegen lijken, maar ik vond het nogal plastisch gedaan.''
Leutig jonk
Vrouwen spelen in het boek geen rol van betekenis. Moet er in de film geen romance of wat bloot zitten, zoals in je vorige films?
Van Looy: ,,Een bedscène moet niet, als je dat bedoelt. Jef verwees al naar Diamant , waar de bedscènes nogal stevig waren.''
Geeraerts: ,,Die scènes konden wel wat variatie gebruiken.''
Van Looy: ,,In deze film wordt het eerder milde erotiek dan het robuuste rampetampen uit Diamant .''
Geeraerts: ,,In het boek zitten geen bedscènes, geloof ik.''
Van Looy: ,,In de film wel. Daar hebben we een scène met een prostituee.''
Geeraerts: ,,Ja, met dat meisje met die tatoeage op haar rug.''
Van Looy: ,,Deborah Ostrega, ja.''
Geeraerts: ,,Da's een leutig jonk.''
Van Looy: ,,Als ik zeg dat ik De zaak Alzheimer verfilm, zegt iedereen: amai, daar zullen wel wat blote vrouwen in komen. Sorry hé, Jef.''
Geeraerts: ,,Ik probeer de erotiek in mijn misdaadromans te beperken.''
'De zaak Alzheimer' wordt verfilmd met steun van de VRT, die ook andere boeken van Geeraerts voor tv-films wil gebruiken. VTM ging in zee met Pieter Aspe voor een serie. Stel dat VTM uitpakt met 'de meest gelezen misdaadauteur van Vlaanderen', waar moet VRT dan mee uitpakken?
Van Looy: ,,Met de beste misdaadauteur.''
Geeraerts: ,,De Amerikaanse generaal Patton zou zeggen: no comment . Over collega's praten, is niet correct. Ik wens deze mensen al het succes van de wereld toe.''
Van Looy: ,,Als ik even egoïstisch mag zijn, dan ben ik wel blij dat de film van Geeraerts en die van Aspe niet gelijktijdig uitkomen. De langspeelfilm naar het boek van Aspe gaat blijkbaar niet door, waar ik op een cynische manier wel heel blij mee ben. Het zou dom zijn elkaars publiek in te pikken. Volgend jaar mag die Aspe-film er natuurlijk komen; het is hen gegund. Voor mijn part zijn ze allebei succesvol.''
Hoe gaan jullie om met kritiek?
Van Looy: ,,Je leest 't en je probeert er iets uit te leren. En verder: pfff. Zeg jij maar eerst, Jef.''
Geeraerts: ,,Ik heb van de kritiek niet te klagen, vooral niet in Nederland. Daar hebben ze specialisten in het misdaadgenre. Of ik ooit van kritiek ziek ben geweest? Nooit. Over Sanpaku schreef een of andere duistere Nederlandse journalist ooit: hij zou beter andere dingen schrijven dan zo'n shit. Dat veeg ik onder tafel, zeggend: wat een klootzak. In mijn 42-jarige carrière heeft nooit iemand kunnen bewijzen dat ik slecht schrijf. Als dat zou gebeuren, zou ik zeer ongelukkig zijn.''
Van Looy: ,,Alfred Hitchcock was een van de vijf grootste regisseurs ooit en heeft nooit een Oscar gewonnen. Waarom? Omdat hij in het misdaadgenre werkte, wat altijd als een beetje minderwaardig werd beschouwd.''
Hard labeur
Geeraerts: ,,Ik heb meer respect voor een goed geschreven misdaadroman dan een middelmatige literaire roman die mij verveelt. En ik kan u zeggen dat misdaadromans schrijven verdomd moeilijk is.''
Van Looy: ,,Vooral het in elkaar puzzelen van een plot wordt onderschat. Ik lees graag Brusselmans, maar dat is automatic writing . Een plot bedenken, dat is hard labeur.''
,,Kritiek is relatief. Ik heb Ad fundum gemaakt, dat zeer slechte kritiek kreeg maar goed marcheerde. Bij Shades was het andersom: een aantal vond hem goed, maar er is niemand komen kijken. Wat heb ik dan liever? Iets minder goeie kritieken maar een film die wel goed marcheert, natuurlijk. Hier hoop ik de twee eindelijk te combineren: eindelijk een kassucces én goeie kritieken.''
Geeraerts: ,,Zolang je maar geen bewust kwaadaardige kritiek krijgt.''
Van Looy: ,,Er zijn wel wat filmrecensenten die zichzelf belangrijker vinden dan het werk dat ze bespreken.'' Geeraerts: ,,Met ouder te worden, raakt het me minder. Dat komt door de Japanse leer van de shibumi: je constateert, je lijkt genadig, maar je vergeet nooit. En als het moment daar is, tsjang! Dan zet je de haak in hun kloten, pardon, onderbuik.''
Jullie schelen 32 jaar. Zouden jullie vrienden kunnen zijn? Jef Geeraerts heeft zijn vrienden graag jong.
Geeraerts: ,,Ik vind inderdaad dat oude mannen te veel zeiken. 's Avonds om halfelf zeggen ze dan: zouden we niet naar huis gaan, ik heb pijn in mijn heup. En als ze dan rechtstaan, steunen ze: eeuh! Ja, dan krijg ik het, hè. Ik ben gisteravond doorgezakt met mijn vrouw en een koppel van 43 jaar tot halftwee.''
Kunt u van Erik nog iets bijleren?
Geeraerts: ,,Natuurlijk!''
Van Looy: ,,Ik vrees van niet, want ik ga al om halfelf slapen.''
Jullie komen allebei uit Antwerpen. Dat schept alvast een band.
Geeraerts: ,,Ik ben een echte sinjoor, al woon ik al 27 jaar in de buurt van Gent. Nu heb ik een haat-liefdeverhouding met Antwerpen. Toen ik vorige week aan het Antwerpse Plaza Hotel moest zijn, voelde ik me raar. Niet dat ik bang was, maar er hing iets deprimerends in de lucht.''
Van Looy: ,,Pas op, die buurt is wel om een beetje bang van te worden. Die eerste draaidag is er trouwens al in twee auto's van de filmploeg ingebroken: al het materiaal weg.''
Dood in de ogen gekeken
Laten we het eens hebben over de verschillen tussen jullie twee. Hoe vaak heb jij al de dood in de ogen gekeken, Erik?
Van Looy: ,,Een keer toen ik nog jong en onnozel was. Ik had toen een kleine sportwagen, een MX-5. Een rode cabrio, ik zat duidelijk in mijn Johnny-periode. Ik maakte een slip op de autostrade en ging recht op een vrachtwagen af. Ik dook weg en vloog onder de laadbak van dat ding. Ik stapte uit en had helemaal niks. Plots staat die trucker voor m'n neus, een Belgische Spanjaard. Die zei: ik weet waarom jij nog leeft, mijn naam is Jésus.''
Bij Jef Geeraerts was het zeventien keer, niet?
Geeraerts: ,,De laatste keer was 1 oktober 1989. Ik dacht: nu is het voorbij, ik sterf eenzaam, in stukken geslagen door een beer. Ik kon aan niks denken, ik was versteend van de angst. Gelukkig had ik een kogel in de loop en heb ik vanuit de heup geschoten. Ik raakte de beer in de kaak. Dat beest was absoluut niet dood. Ik kon opzij springen, herladen en hem in het hoofd treffen.''
Van Looy: ,,En die andere zestien keer?''
Geeraerts: ,,Ik heb veel gevlogen met sportvliegtuigen. Die hadden in die tijd geen starters, je moest de schroef in gang trekken. Toen ik in Deurne bij zo'n vliegtuig stond, begon die schroef plots te draaien. Vlakbij m'n hoofd. Ik had bovendien de gashendel opengezet: het vliegtuig ging er op eigen kracht vandoor. Ik heb me nog laten voortslepen om aan de rem te kunnen. Voor de rest heb ik nog van alles meegemaakt in Congo. Met een olifant, met een buffel.''
Van Looy: ,,Ik zak steeds verder weg in mijn zetel. Ter verdediging heb ik ooit eens ruzie gehad met een poedel. Dat was ook kantje boordje.''
Jef Geeraerts schrijft vaak over het overtreden van de wet, over misbruik van macht. Hoever gaat jullie wetteloosheid?
Van Looy: ,,Ik durf niks doen wat verboden is, zelfs niet foutparkeren.''
Geeraerts: ,,Ik heb altijd de neiging gehad om buiten de grenzen van het toelaatbare te treden. Zo nam ik altijd traangas mee als ik een tocht in de Hoge Venen deed. Waarom? Dat is zelfgecreëerde paranoia waar ik mij in wentel. Mijn vrouw houdt mij tegen, maar ik zou ook nog in staat zijn te gaan stropen. Ik heb dat vroeger veel gedaan. Ik heb les gekregen van een boswachter.'' ,,Ik vind de wet overtreden zeer fascinerend, iemand kwaad doen niet. Ik denk dat een bankoverval iets ongelooflijk moet zijn, vooral als het dan nog lukt ook.''
Van Looy: ,,Ik zal in de auto wachten. Het zou wel kunnen dat de auto weg is als je uit de bank komt gevlucht.'' Geeraerts: ,,Hard rijden doe ik ook graag. Ik heb een snelle auto, een Honda 3000 V6. Als ik 's nachts op de weg ben, durf ik wel eens naar de rode streep op de toerenteller gaan.''
Van Looy: ,,En dan hopen dat u nog een hert kunt opscheppen.''
Geeraerts: ,,Ik weet van de politie dat ze je boven de 185 kilometer per uur wel kunnen flitsen, maar niet kunnen pakken. Tenzij ze een eigen auto hebben om te achtervolgen.''
Van Looy: ,,Hoe hebben ze Walter Grootaers dan kunnen flitsen? Die is zichzelf komen aangeven, waarschijnlijk.''
In het boek zegt iemand dat kunstenaars op misdadigers lijken. 'Het zijn neurotische eenzaten en ze proberen macht uit te oefenen op de anderen.' Is daar iets van?
Geeraerts: ,,In een kunstenaar zitten duidelijk elementen van crimineel gedrag: geen rekening houden met de gevolgen van je daden, je bewust zijn van je meerwaarde waardoor je anderen kunt manipuleren. Daar blijf ik bij.''
Je moet geobsedeerd zijn
Van Looy: ,,Ik ben bang voor dat aspect van de kunstenaar, omdat ik maar om de vijf jaar een film maak. Dat heeft natuurlijk een reden: er is niet genoeg geld om vaker films te maken. Maar zelfs als dat zou kunnen, zou ik het nog niet doen. Zo'n film beheerst je leven compleet. Toen mijn kind tijdens mijn vorige film Shades werd geboren, zat ik twee uur later al aan de montage van de film te denken.''
Geeraerts: ,,Dat moet. Ge moet geobsedeerd zijn.''
Van Looy: ,,Ja, maar ik vind die obsessie niet prettig. Mijn broer, die is huisman. Soms wou ik dat ik zijn ambitie had en niet de knagende ambitie om zoiets als een film te verwezenlijken.''
Geeraerts: ,,Obsessie is een voorwaarde om dingen te maken die andere mensen pakken.''
Van Looy: ,,Toch blijft dat schuldgevoel van: wat doe ik die mensen van mijn gezin aan?''
Geeraerts: ,,Een joods-christelijk schuldgevoel.''
Van Looy: ,,Zou kunnen. Ik ben ieder geval besneden. Denk ik.''
Verberg tekst