Het begin van Hordubal van Karel Capek (1890-1938) doet denken aan het postuum gepubliceerde Amerika van Franz Kafka, die andere befaamde Tsjechische auteur uit het interbellum. In Amerika verlaat een jongeman het oude continent om ver weg zijn geluk te beproeven, op de eerste pagina's van Hordubal keert het titelpersonage terug uit die Nieuwe Wereld.
De gezonde boer Juraj Hordubal heeft er acht jaar hard labeur in de mijnbouw op zitten en ondanks een tegenslag heeft hij toch de mooie som van 700 dollar vergaard. Wat zal hij daarmee allemaal wel niet kunnen kopen voor Polana, zijn beeldschone vrouw die achterbleef om de boerderij te bestieren, en voor hun dochtertje Hafia? Uit de voortreffelijk vertaalde monologue intérieur, doorspekt met Engels slang, blijkt al snel hoe eenzaam Hordubal is geweest. Acht jaren duren eindeloos lang als je met niemand in je moedertaal kan spreken en immer op jezelf aangewezen bent.
Hoe dichter Hordubal zijn dorp, boerderij en vro…Lees verder
Het begin van Hordubal van Karel Capek (1890-1938) doet denken aan het postuum gepubliceerde Amerika van Franz Kafka, die andere befaamde Tsjechische auteur uit het interbellum. In Amerika verlaat een jongeman het oude continent om ver weg zijn geluk te beproeven, op de eerste pagina's van Hordubal keert het titelpersonage terug uit die Nieuwe Wereld.
De gezonde boer Juraj Hordubal heeft er acht jaar hard labeur in de mijnbouw op zitten en ondanks een tegenslag heeft hij toch de mooie som van 700 dollar vergaard. Wat zal hij daarmee allemaal wel niet kunnen kopen voor Polana, zijn beeldschone vrouw die achterbleef om de boerderij te bestieren, en voor hun dochtertje Hafia? Uit de voortreffelijk vertaalde monologue intérieur, doorspekt met Engels slang, blijkt al snel hoe eenzaam Hordubal is geweest. Acht jaren duren eindeloos lang als je met niemand in je moedertaal kan spreken en immer op jezelf aangewezen bent.
Hoe dichter Hordubal zijn dorp, boerderij en vrouw nadert, hoe groter zijn verwarring. Hij zou zoveel willen zeggen, maar lijkt het spreken verleerd. Het is de tragiek van de emigrant die terugkeert: tijdens zijn afwezigheid lijkt iemand of iets zijn plaats te hebben ingenomen. Is het Štepán, de donkere knecht met de flitsende tanden die Polana in dienst nam om de boerderij te helpen runnen? Of is er meer aan de hand?
Hordubal lijkt door tragiek omgeven. Niets van wat hem overkomt, heeft hij verdiend; hoogstens zijn hardnekkige naïviteit kun je hem aanwrijven. Zijn vrouw verkocht door toedoen van de knecht hun landbouwgronden en maakte van de boerderij een paardenkwekerij, inclusief onvruchtbare gronden in het dal. Heimwee en vervreemding raken Hordubal midscheeps als hij dat verneemt. De koeienman weet niets van paarden en is zijn akkers op de berghellingen kwijt. Hij blijkt even vervreemd van zijn dierbaren als in de tijd dat hij diep verscholen zat in een gloeiend hete mijnschacht in een godvergeten Amerikaans binnenland.
Mussen
Capek houdt er een strak tempo in; gebalde hoofdstukken volgen elkaar kwiek op en zonder al te veel franjes laat hij Hordubal zijn eigen put graven. Wanneer zijn levenloze lichaam in verdachte omstandigheden wordt aangetroffen, sluit de auteur de vertelling af met twee kortere delen. Eerst wordt het politieonderzoek uit de doeken gedaan, finaal volgt een overzicht van de getuigenissen voor de rechtbank en het oordeel van de jury.
Dan pas blijkt hoe weldoordacht Capek zijn verhaal heeft gecomponeerd. Bij nader inzien viel geen enkele mus betekenisloos uit een dakgoot.
Al is tragiek de grondtoon van deze roman, het thema is mededogen. Is er één kenmerk dat mensen meer tekent dan onvermogen? Hordubal weet dat het dorp vergeven is van de sappige roddels over de affaire van zijn vrouw. Hoog boven de wolken, in de bergen bij een mythisch aandoende herder kan hij eindelijk zijn gemoed luchten. Hij had zijn Polana nooit in de steek mogen laten, maar hebben gedane zaken ooit keer?
Een diepere tragiek komt bovendrijven in de afsluitende hoofdstukken. Als wij onszelf al niet kunnen doorgronden, als wij zelf al niet meer zijn dan de speelbal van ons eigen leven, hoe erbarmelijk moet het dan niet gesteld zijn met onze interpretaties van andermans daden? De schrijnend kale verklaringen van de politiemensen doen alleen maar onrecht aan de diepere motieven, de ondoorgrondelijke emoties en verborgen intenties van de personages in deze onverkwikkelijke zaak.
Kenbaarheid
Hordubal (1933) is volgens het nawoord van de auteur het eerste deel van een romantrilogie over 'de kenbaarheid van de mens'. Meteoor (1934) is het tweede deel, Een doodgewoon leven (1934) het derde. Dat Wereldbibliotheek de volgorde van de vertalingen omkeerde, is opvallend maar ook niet meer dan dat. De romans delen met elkaar alleen hun achterliggende thematiek: de schijnbaar chaotische werkelijkheid waarin we ons bevinden en de herculische opdracht waar we voor staan om in die chaos orde en eenduidigheid te vinden. Maar vooral ook variëren de drie romans op dezelfde hoopvolle vaststelling die volgt op de op het eerste gezicht terneerdrukkende realiteit.
Karel Capek houdt met Hordubal een pleidooi voor empathie: dit boek doet je met andere ogen kijken naar jezelf en naar de mensen om je heen. Het is de meesterlijke aanvang van een trilogie die op eenzame hoogte staat.
Vertaald door Irma Pieper, Wereldbibliotheek, 176 blz., 18,99 € (e-boek 4,99 €)
Verberg tekst