Vuurpijlen vangen
×
Vuurpijlen vangen Vuurpijlen vangen
Nederlands
2015
Volwassenen
Originele, lichtvoetige verhalenbundel over dramatische gebeurtenissen.
Titel Vuurpijlen vangen
Auteur Karen Köhler
Vertaler Gerrit Bussink
Taal Nederlands, Duits
Oorspr. taal Duits
Oorspr. titel Wir haben Raketen geangelt
Editie 1
Uitgever Amsterdam: Podium, 2015
233 p.
ISBN 9789057597183

De Morgen

'Hier, dit is mijn zwaard!'
Persis Bekkering - 08 juli 2015

Als je niet van tevoren weet dat alle vertellers in de verhalenbundel Vuurpijlen vangen van Karen Köhler (1974) vrouw zijn, kan die informatie net zo goed aan je voorbijgaan. Soms blijkt maar uit één zin dat het personage een 'zij' is. Soms ga je er automatisch van uit, omdat de verteller zich richt tot haar ex-geliefde, die expliciet man is (heteronormatief lezen, heet dat). De personages steken vuurpijlen af die ze aan een vishengel vastmaken, ze spelen indiaantje, trekken in hun eentje het bos in om de winter te overleven - de vrouwen hoeven eens niet gered te worden.

"Ik ben blij dat je het opmerkt", zegt Köhler, op bezoek in Amsterdam ter gelegenheid van de verschijning van de Nederlandse vertaling. "Veel interviewers - meestal mannen - vroegen: waarom zijn alle mannen in je boek van die rotzakken?"

Dat verbaasde haar: "Ik heb geprobeerd mijn personages open te houden. Zodat iedereen zich erin herkent, mannen en vrouwen en alles ertussenin." Volgens de debuterende schrijver zijn al haar personages een beetje vreemd en imperfect, de vrouwen net zo goed. "Het gaat over verlies, en hoe daarmee om te gaan. Dat is altijd een moeizaam proces."

Die vele vrouwen zijn overigens vooral het gevolg van de keuze voor eenheid. Köhler had aanvankelijk nog vijf verhalen die een ander perspectief hadden, maar die haalde ze eruit. Vuurpijlen vangen bestaat nu uit negen verhalen, geschreven vanuit de eerste persoon enkelvoud, in de tegenwoordige tijd.

In Duitsland verscheen de bundel in augustus, inmiddels zijn er meer dan dertigduizend exemplaren verkocht. Köhler kreeg lovende kritieken en prijzen. Die Zeit noemde het "een zeer goede reden om weer korte verhalen te lezen".

Het is feitelijk de tweede carrière van de Hamburgse, die in een vorig leven actrice was. Toen een regisseur op zoek was naar een tekst voor een jeugdtheatervoorstelling, gaf ze hem een kort verhaal dat ze ooit had geschreven. Hij zei: maak er maar een voorstelling van. "Ik had geen idee of ik dat kon, maar opeens kreeg ik 10.000 euro om eraan te gaan werken. Ik ervoer een geweldige vrijheid. Als acteur geef je een interpretatie van iemand anders' idee. Nu kon ik maken wat ík wilde, de mogelijkheden zijn eindeloos."

Sindsdien schrijft de Hamburgse theaterteksten en korte verhalen, en werkt ze ook als illustrator - ze maakte zelf de omslag van de Duitse editie van haar boek.

In veel verhalen richt de hoofdpersoon zich tot iemand in de tweede persoon. Is die directheid de erfenis van uw theatercarrière?

Karen Köhler: "Onbewust heb ik me misschien gericht op een ontvanger, zoals je in het theater je publiek voor je neus hebt. Mijn proza is geen gesloten wereld. Ik wil dat de lezer heel dicht bij het karakter kan komen, daarom schrijf ik ook in de tegenwoordige tijd."

U kiest steeds voor heftige thema's als dood en ziekte.

"Dat was niet vooraf bedacht. Zo is het leven nu eenmaal. Ik kan niet schrijven over mijn leuke leven in een loft en vele feestjes, niet interessant.

"Als ik op straat een briefje vind, bedenk ik er meteen een verhaal bij. Of als een voorbijganger mijn aandacht trekt. Ik wil over het echte leven schrijven. In het theater gaat het altijd over falen, over worstelende zielen, daar kijken we kennelijk graag naar. Mij interesseert hoe je over de mislukking heen komt. Meer nog dan over verlies, gaat mijn boek over loslaten."

Daar komt steeds een ritueel bij te pas: een dagboek wordt begraven op de top van een Noorse berg, de foto van een verkrachter wordt verbrand. Dat heeft iets theatraals.

"In onze cultuur gaan we steriel om met de dood. De dode wordt buiten ons zicht verbrand; een schoon, gedepersonaliseerd proces. Daarmee verleren we hoe we met een crisis moeten omgaan.

"Ik creëer graag rituelen, het is een vorm van aandachtigheid. Een ritueel is een daad, een besluit. Zoals iemand die de spullen van zijn ex verbrandt: dat is een bewuste keuze om die persoon los te laten. Het geeft niet alleen ruimte in de kast, maar ook in je ziel."

In een van de verhalen vertrekt een vrouw ('Pool') zonder afscheid naar Italië, nadat ze ten huwelijk is gevraagd. Ze probeert 'ergens achter te komen'. Op het eind schrijft ze haar geliefde: 'Kom hier, en breng de ring mee.' Je krijgt de indruk dat ze nog altijd wanhopig is.

(verontschuldigend lachje) "Ik begrijp het huwelijk niet. De woorden 'tot de dood ons scheidt' zijn betekenisloos geworden, want de helft van de huwelijken strandt voor het zover is. Ik dacht erover na wat ik iemand zou kunnen beloven. Waarom kan dat maar aan één persoon? Waarom kun je niet als groep beloven dat je altijd voor elkaar zult zorgen?

"Ik wilde me inbeelden hoe het zou zijn als je ten huwelijk wordt gevraagd, en zo bedacht ik Pool."

Uw personages hebben een kinderlijke fantasie, terwijl ze volwassen zijn. Dat is mooi, maar je kunt het ook als vlucht uit de realiteit zien.

"Of dat goed of slecht is, mag de lezer bepalen. Ik heb die kinderlijke fantasie zelf ook nog, die heb ik nooit verloren. Dat is misschien ook een voordeel van acteren, je kunt je alles verbeelden. (grijpt haar telefoon) Hier, dit is mijn zwaard! Het is mooi om zo te denken. Maar aan de andere kant heeft het ook iets gevaarlijks.'

Zoals vuurpijlen vangen in het titelverhaal, heb je dat ooit geprobeerd?

(lacht geheimzinnig) "Don't try this at home. Meer ga ik er niet over zeggen."

PERSIS BEKKERING ■

NBD Biblion

Anneke van Ammelrooy
In deze verhalenbundel overheersen drie thema's. Eén: de schade die mannen in vrouwenlevens aanrichten, zowel mannen (geliefdes) die ongevraagd weggaan als mannen (verkrachters) die ongevraagd komen. Twee: overleven in extreme omgevingen, zoals een ziekenhuisafdeling oncologie, een boomhut, een Amerikaanse snelweg door een woestijngebied, een zelfgebouwd huisje in een woud waar een om hun godsdienst vervolgde man en vrouw met hun kinderen proberen te overleven, maar ook wat eigentijdser, zoals een streng gereglementeerd cruiseschip met vierduizend passagiers waar de jonge hoofdpersoon een van de werknemers is die voor het vermaak van de bejaarde gasten moet zorgen. Drie: de behoefte om weg te lopen van een moderne plek die ondraaglijk is geworden. Zowel de vorm (dagboekje, teksten op ansichtkaarten, road movie) als het thema of de locatie kunnen de lezer meteen het verhaal in zuigen. Dit is het debuut van een vrouw die actrice is en daaraan is waarschijnlijk de verfrissende, ongekunstelde stijl van korte zinnen en elementaire dialogen te danken.