Details
232 p.
Besprekingen
De Volkskrant (2)
Rechtenstudent Peter Hasvig is wellicht de beroemdste literaire nachtelijke doler van Denemarken. Daar loopt hij door Kopenhagen: 'Zijn eigen voetstappen weerklonken op de tegels in de leegte en de muren keken dreigend neer op de dode stad met hun naar binnen gekeerde glazen ogen.'
Peter is de hoofdpersoon uit Midden in een jazztijd uit 1931, nu in het Nederlands vertaald door Femke Blekkingh-Muller. Eindelijk, want de 22-jarige student Knud Sønderby (1909-1966) veroverde met zijn debuut over de rusteloosheid en melancholie van de jeugd al snel een plek in de Deense literaire canon en werd vergeleken met Scott Fitzgerald en Hemingway.
Peter heeft verkering met de welgestelde Vera, de sleutel tot een luxeleventje dat hij voor het échte leven aanziet. Met Vera en haar entourage verlummelt hij de zomer met drinken, paardrijden, zwemmen en spelletjes spelen. 'Ze bridgeden vanaf de vroege ochtend en gingen er een paar jaar mee door. Het was onuitstaanbaar.'
Uit dat soort sarcasme blijkt dat Peter best weet dat het oppervlakkig pseudo-plezier is. Sønderby beschrijft het in achteloze wat-zou-het-zinnen, soms populair (plannen voor de avond worden 'puur biertechnisch' beschouwd), soms alsof ze snel zijn neergepend, maar altijd swingend. De verknipte stijl past goed bij Peter; vrolijke confetti die de illusie wekt dat het leven een feestje is. Terwijl de ontgoocheling na de oorlog groot is, de druk om in godsnaam plezier te maken verstikkend, niemand heeft nog hoop of idealen.
Het liefst zou Peter 'iets moois' willen vinden, om dat met 'vriendelijke, voorzichtige handen beet te pakken'. Daar komt natuurlijk niets van terecht; je bent er een van de verloren generatie of niet.
****
Uit het Deens vertaald door Femke Blekkingh-Muller Uitgeverij Oevers; 232 pagina's; € 16,95.
Een standaardvraag bij de heruitgave van een literaire klassieker: geven we 'm klassiek uit, of doen we eigenwijs? In het geval van Midt i en Jazztid (1931), speelde het een rol dat Knud Sønderby's wordingsroman - die tot de Deense canon behoort - nooit in het Nederlands is vertaald. 'De uitgever wilde geen fotografisch beeld, dat wordt al snel nostalgisch', zegt Bas Mantel van ontwerpbureau Kades-Kaden. 'En een smaakvol kleurvakje met een statige schreefletter erin, dat is niet mijn stijl.'
Midden in een jazztijd kreeg een freestyle, beetje grungy omslag. De typo vormt het beeld dat is opgebouwd met gestapelde blokjes gevuld met schonkige kapitalen. Vaag kleurt het middengat van een schellakplaat erdoorheen en over alles ligt een rasterpuntje dat de gruizigheid accentueert.
Opvallend: uitgever Oevers gebruikte niet een vette verkoopquote op de cover uit het speciale voorwoord van de ook in Nederland geliefde schrijver Jens Christian Grøndahl. Grøndahl vergelijkt Sønderby met F. Scott Fitzgerald. Midden in een jazztijd gaat over een Deense student die in gegoede kringen verzeild raakt waar veel wordt getennist, muziek geluisterd en vooral landerig wordt rondgehangen.
'Ik koos een autonoom coverbeeld om te benadrukken dat het verhaal weliswaar in de jaren dertig speelt, maar de zoektocht van de hoofdpersoon tijdloos is', zegt Mantel. Wel zocht hij een tijdsreferentie bij de belettering: in de Art Nouveau, een vooroorlogse kunststroming. De letters op het boek hebben wel iets van een bouwsel, terwijl de verspringing in lettertype de titel een ritme geeft: 'Ik wilde iets muzikaals toevoegen, spanning geven, dat je het leest als een verspringen van toon.'
Omslag Bas Mantel, Oevers, € 16,95.