In dit boek zet filosoof Zijlstra de filosofische benadering van het begrip ‘verbeelding’ uiteen, waarbij vooral de rol van verbeelding in het maken en ervaren van kunst uitgebreid aan de orde komt. Centraal staat het denkgoed van de 18e-eeuwse filosoof Kant, volgens wie waarneming en verbeelding samen onze realiteit vormen, maar ook denkbeelden van filosofen als Hume, Wittgenstein en Arendt komen aan bod. Tussen de filosofische beschouwingen door, past Zijlstra het denkgoed toe op enkele voorbeelden uit de beeldende kunst. Daarnaast zijn er pagina’s met afbeeldingen in kleur van diverse kunstwerken waar in de tekst niet direct naar verwezen wordt. Met literatuurlijst en personen- en zakenregister. Zijlstra doceert filosofie aan de hogeschool in Zwolle en de theologische universiteit in Kampen en schreef eerder onder andere 'Kunst en de zin van het bestaan' (1998) over kunst en filosofie en 'Wat doet die rode vlek daar linksboven' (2007) over esthetica. Het boek richt zich op een publiek met interesse voor de filosofische aspecten van kunst en enige basiskennis van kunst en filosofie. Verberg tekst