'Die omhooggevallen bourgeois en fils à papa die zich voor roze dichters uitgeven en elkaar elke dag zitten te bewieroken kunnen voor mij de pot op.' Dat zegt Valère Vaerten over zijn collega's in De verdwijningen van Patrick Conrad (76). Deze 'roman noir' speelt zich af in de zomer van 1974 toen het schrijverscollectief Pink Poets, waarvan Conrad een prominent lid was, in Antwerpen vooral hip en elitair probeerde te zijn.
In zijn misdaadromans keert Conrad vaker terug naar die wilde periode die hij met ironische afstand bekijkt. Valère Vaerten, die lijkt op het mislukte broertje van Conrad, beseft dat zijn artistieke carrière nooit van de grond zal komen en voorziet in zijn levensonderhoud door als barman discreet hasj en lsd te verkopen.
Hij belandt in een nachtmerrie wanneer er enkele mensen uit zijn omgeving verdwijnen. De belangrijkste is Rina Torfs, telg van een schatrijke Antwerpse familie, professor Frans, kenner van het 'omslachtig…Lees verder
'Die omhooggevallen bourgeois en fils à papa die zich voor roze dichters uitgeven en elkaar elke dag zitten te bewieroken kunnen voor mij de pot op.' Dat zegt Valère Vaerten over zijn collega's in De verdwijningen van Patrick Conrad (76). Deze 'roman noir' speelt zich af in de zomer van 1974 toen het schrijverscollectief Pink Poets, waarvan Conrad een prominent lid was, in Antwerpen vooral hip en elitair probeerde te zijn.
In zijn misdaadromans keert Conrad vaker terug naar die wilde periode die hij met ironische afstand bekijkt. Valère Vaerten, die lijkt op het mislukte broertje van Conrad, beseft dat zijn artistieke carrière nooit van de grond zal komen en voorziet in zijn levensonderhoud door als barman discreet hasj en lsd te verkopen.
Hij belandt in een nachtmerrie wanneer er enkele mensen uit zijn omgeving verdwijnen. De belangrijkste is Rina Torfs, telg van een schatrijke Antwerpse familie, professor Frans, kenner van het 'omslachtige en enigmatische oeuvre van Marcel Proust' en ooit zijn geliefde. Niet alleen zij is onvindbaar maar ook een Amerikaanse vriendin en twee ontwerpers, wier lijken uiteindelijk in een auto in een dok worden gevonden en die met handboeien aan mekaar hangen.
Valère moet niet alleen afrekenen met twee verliefde flikken die hem verdenken maar vooral met mevrouw Eugénie Torfs-Van Zeebroeck, bijgenaamd Medusa en de peetmoeder van de familie. Zij wil dat Valère, die ze een klaploper vindt, haar kleindochter opspoort. Alle ingrediënten van een klassieke misdaadroman verwerkt Conrad in de uitdijende intrige die de beste is die hij ooit bedacht. Er zijn duistere familiegeheimen, een mysterieus zusje, nogal wat gesjoemel en zelfs een personage dat Deep Throat heet, naar de klokkenluider die Nixon aan de schandpaal praatte.
De verdwijningen is niet alleen een ingenieuze misdaadroman, het boek geeft vooral een heerlijk ironische inkijk in een tijd waarin de revolutionaire wind, opgestoken in Parijs en Londen, ook door Antwerpen waaide. Talrijk zijn de verwijzingen naar de actualiteit uit de zomer van 1974, toen Eddy Merckx voor de vijfde keer de Tour won, Ferre Grignard en kornuiten hun liedjes zongen in kroegen en de aanleg van de premetro van Antwerpen een gapende bouwput maakte. Veelvuldig speelt Conrad met motieven uit de kunst, de klassieke mythologie en de populaire cultuur.
Conrads originele mix van spanning met een speels maar ook kritisch portret van een stad waarin hij naar hartenlust flaneerde, werkte nooit beter dan in De verdwijningen. In een herdruk moeten wel enkele storende spelfouten verbeterd worden.
Vrijdag, 320 blz., 22,50 €.
Verberg tekst