Boek

De slaap die geen uren kent : roman

De slaap die geen uren kent : roman
×
De slaap die geen uren kent : roman De slaap die geen uren kent : roman
Boek

De slaap die geen uren kent : roman

Nederlands
2020
Volwassenen
De invloed van bepaalde gebeurtenissen op het leven van vier generaties van een familie.

De Volkskrant

Too creative writing
Bo Van Houwelingen - 14 maart 2020

Altijd leuk, als je een blurb van een schrijver met internationale allure op je debuutroman kunt zetten. Sebastiaan Chabot (1989), die de prestigieuze master Creative Writing aan New York University volgde, kreeg een fijne quote van zijn leermeester Jonathan Safran Foer. Die noemt De slaap die geen uren kent een roman vol 'verbeeldingskracht'.

1950. We sjokken de roman binnen met ene meneer Kuschfeld die verantwoordelijk is voor de straatverlichting in Reichsburg, een Duits gehucht. Na een nogal lang uitgesponnen vergadering van het 'Reichsburg Comité voor Naoorlogse Heroverwegingen' krijgt deze uitgebluste vijftiger de opdracht alle lantarenlampen te vervangen. Er zijn flitsender manieren om een roman te beginnen.

Maar dan duikt er tijdens Kuschfelds nachtelijk werk een vreemde figuur op; zijn 'alternatieve zelf', een evenbeeld dat alles heeft gedaan wat Kuschfeld heeft gelaten en andersom. Hij is het niet eens met Kuschfelds voornemen binnenkort uit het leven te stappen. Want 'onbevraagd' en 'onbeboet' zijn laatste adem uitblazen, dat gaat zomaar niet. Doelt dit alternatieve zelf op 'de kleine maar doorslaggevende rol' die Kuschfeld in de oorlog gespeeld heeft?

Vier generaties later wordt Kuschfelds portret verbrand door achterkleinzoon Victor, die indruk wil maken op een vriendje. Victors vader Kurt realiseert zich vervolgens dat hij eigenlijk niets over zijn grootvader weet. Hij besluit navraag te doen naar de familiegeschiedenis en komt te weten dat zijn eigen vader 'de gangbare zonde' heeft begaan.

Chabot heeft onmiskenbaar talent en zet zijn fantasie met veel bravoure in. Dat levert een paar prachtige, originele beelden op, zoals stamgasten in een kroeg met 'hun levens als een pet op de bar gelegd' en een herinnering aan iemands huid, 'feilloos zoals je een porseleinen kopje zou onthouden'. En in allerlei quirky woordjes, zoals 'wandelstokgelukkig', 'sproetligging', 'windvingers' en 'vergadervuur' zien we de invloed van Foer terug.

Maar het is ook juist dat creatieve schrijven waarmee Chabot uitschiet. Te lang heeft hij zitten prutsen aan zinnetjes die bijzonder moeten zijn maar van de weeromstuit houterig zijn geworden: 'Roken zou hem de benodigde houding hebben gegeven om te blijven hangen en kijken', 'Van de avondrand klapte een vleermuis ondersteboven met zijn vleugels om een betere hangpositie te bewerkstelligen'. Te content met zijn eigen lolligheid neemt Chabot de bureaucratische toestanden op het stadhuis van Den Haag op de hak ('Maar dat gaat zomaar niet, meneer'). Het wemelt van de bijfiguren met kluchtige namen en elk hun eigen geschiedenisje. Maar waarom?

Had Chabot niet beter wat meer aandacht kunnen besteden aan zijn hoofdpersonen? Want die blijven nu wat vlak. Neem die Kuschfeld, die dus niet meer wil leven. Niet vanwege een ondraaglijk schuldgevoel over zijn faciliterende rol bij de Endlösung, maar omdat hij 'kalm en moe en zonder vervolgvragen' is. Poeh hé. Zijn alternatieve zelf - dat zich presenteerde als een soort geweten - voert teleurstellend weinig uit, op het bezorgen van een liefdesbrief na. Kleinzoon Kurt is een goedgemutste huisvader die liever verstoppertje speelt met zijn vrouw dan te tobben over de oorlogsmisdaden van zijn vader. Victor is een aandoenlijk ventje maar wordt te vroeg naar bed - en daarmee het verhaal uit - gestuurd. Overigens ontkom je niet aan het gevoel dat er een generatie te veel in het boek zit, alsof de overgrootvader en de grootvader eigenlijk één persoon zijn.

Ze laveren allemaal te vrijblijvend door het verhaal. Wat staat er voor hen nou écht op het spel? Als er serieuze emoties opkomen, worden die vaak de pas afgesneden door Chabots ironische spitsvondigheidjes of mooidoenerij. Ja, verbeeldingskracht heeft de schrijver, maar dit debuut is te dartel om diepe indruk te maken.

***

Atlas Contact; 280 pagina's; € 21,99.

NBD Biblion

J.J. Wolrich
De straatlichtbewaarder Kurt Kuschfeld is in Duitse plaats Reichsburg in de jaren vijftig verantwoordelijk voor de straatlantaarns. Hij heeft geen energie meer om verder te leven en vraagt zijn huisarts er een einde aan te maken. Maar dan blijkt dat hij een parallel leven bezit waarin hij met zijn vriendin van vroeger verder leeft en een zoon krijgt. Victor en Benjamin zijn de achterkleinzoons en groeien op in Den Haag. Met hun opa hebben ze af en toe Skype contact. Maar dan ontdekt hun vader dat zijn vader op papier in 1945 is overleden en dat er dus een overleden en een levende versie van zijn vader bestaat. Daardoor blijkt het verleden anders te zijn dan het altijd leek. Het verhaal speelt afwisselend in 1950 en in de tegenwoordige tijd. Door de perspectiefwisseling houdt het verhaal vaart. Langzaamaan krijg je als lezer zicht op de familiegeheimen van de vier generaties. Debuutroman geschreven in een heldere en mooie, beeldende stijl.