De spelregels van de democratie : kiesstelsels en politieke systemen in Europa
Wie zetelt? : de gekozen politieke elite in Vlaanderen doorgelicht
Wie zetelt? : de gekozen politieke elite in Vlaanderen doorgelicht
Nederlands
2006
Volwassenen
Een uniek naslagwerk voor de kiezer en de gekozene
Nu er in de maatschappij meer en meer ongenoegen is gegroeid over de werking van het politieke systeem, is het des te belangrijker te weten wie die mannen en vrouwen zijn die ons op de politieke scène vertegenwoordigen. Het is immers eigen aan een democratie dat het volk zelf zijn vertegenwoordigers kiest. De laatste decennia is dit verkiezingspro…
Meer
Een uniek naslagwerk voor de kiezer en de gekozene
Nu er in de maatschappij meer en meer ongenoegen is gegroeid over de werking van het politieke systeem, is het des te belangrijker te weten wie die mannen en vrouwen zijn die ons op de politieke scène vertegenwoordigen. Het is immers eigen aan een democratie dat het volk zelf zijn vertegenwoordigers kiest. De laatste decennia is dit verkiezingsproces steeds ingewikkelder geworden en dit heeft zich onder meer vertaald in een professionalisering van de gekozenen. Zowel op het lokale, het provinciale, het regionale, het federale en het Europese niveau gebeurt die verkiezing in twee fases. Eerst schudt de kiezer de kaarten. Daarna bepalen de politieke partijen wie deel uitmaakt van de uitvoerende macht: wie burgemeester en schepenen wordt naast de gemeenteraad, gouverneur en gedeputeerden naast de provincieraad, ministers en staatssecretarissen in de regionale en federale regeringen. En als je als Belg in het Europees Parlement wil zetelen, moet je geluk hebben. De zitjes zijn er schaars. Dit boek maakt een doorlichting van onze volksvertegenwoordigers en uitvoerende mandatarissen. Het geeft antwoord op een aantal prangende vragen. Welk profiel hebben de Vlaamse burgemeesters en de provincieraadsleden? Hoeveel vrouwen zetelen er in de diverse raden? Aan welke criteria moet je beantwoorden om provinciegouverneur te worden? Is het nog steeds zo dat onze vertegenwoordigers op federaal niveau eerst getraind en gesocialiseerd worden op het lokale niveau, of is dat nu van geen tel meer? En wat te denken van het Europese Parlement? Is het nog steeds het 'kerkhof van de oude krokodillen' waarvoor het vroeger versleten werd? Of is een Europees mandaat nu net een springplank voor een carrière in de Belgische politiek? En in hoeverre bepalen de media mee wie er verkozen wordt?
Minder
Details
Onderwerp
Vlaanderen ; politiek ; 2000-
Extra onderwerp
België ; verkiezingen ; 1991,
2000,
Vlaanderen ; politiek ; 2001-2005,
Grondwettelijk recht ; België,
Vlaanderen ; politiek ; 2000-2006,
België ; geschiedenis ; 21ste eeuw,
Belgische politiek,
Senaat,
Vlaams Parlement,
Europees Parlement,
verkiezingen (politieke),
Gemeentebesturen,
provinciebesturen,
Kamer van Volksvertegenwoordigers
Minder
Titel
Wie zetelt? : de gekozen politieke elite in Vlaanderen doorgelicht / red. Stefaan Fiers ... [et al.]
Redacteur
Stefaan Fiers
Taal
Nederlands
Uitgever
Leuven: LannooCampus, 2006
203 p. : graf.
203 p. : graf.
ISBN
90-209-6249-3
Besprekingen
Leeswolf
De gemiddelde leeftijd van de ministers in de eerste Vlaamse Regering-Geens in de periode 1981-1985…
De gemiddelde leeftijd van de ministers in de eerste Vlaamse Regering-Geens in de periode 1981-1985 bedroeg 53 jaar. Gemiddeld hadden de ministers in die regering tien jaar parlementaire ervaring. De huidige Vlaamse Regering-Leterme doet het met ministers met een gemiddelde parlementaire ervaring van 5,9 jaar en een gemiddelde leeftijd van 38,8 jaar. Die tendens naar volatiliteit en verjonging -- soms smalend 'jeunisme' genoemd -- zet zich op alle bestuursechelons door, van lokaal tot Europees, van uitvoerend tot wetgevend. Een andere tendens is de professionalisering van de gekozenen en daarmee samenhangend de verschraling van de diversiteit aan beroepscategorieën waaruit de politieke elite voortkomt: universitair geschoolden en vertegenwoordigers uit vrije beroepen domineren; vertegenwoordigers uit de primaire en secundaire sector zijn schaars. Er is ook een tendens naar vervrouwelijking van het politieke bedrijf, gestuurd door quotaregels en het fenomeen van de verbreding van de politieke visvijver door het mobiliseren van Bekende Vlamingen (BV's). Sommigen ontwaren een presidentialisering van onze democratie. Over al die -- soms paradoxale -- tendenzen en fenomenen wordt vaak bericht en commentaar geleverd in de politieke pers op basis van wetenschappelijk deelonderzoek. Voor het eerst brengen nu een aantal toponderzoekers van alle belangrijke Vlaamse en een aantal Franstalige universiteiten al die partiële informatie samen in één groot overzicht, waarin onze politieke elite systematisch in kaart wordt gebracht en aan diepgaand sociografisch onderzoek onderworpen.
Na een zeer persoonlijk voorwoord van kamervoorzitter Herman De Croo en een theoretische inleiding over het begrip elite, weerspiegelt de indeling van het boek de bestuurlijke indeling van ons politiek bestel: achtereenvolgens komen de gemeentebesturen, provinciebesturen, federale en Vlaamse parlementsleden, federale en Vlaamse regeringsleden en de Belgische Europarlementsleden aan bod. In die vijf hoofdstukken staat de vraag centraal wie onze parlementen bevolkt en wie opklimt tot de uitvoerende mandaten. In het zesde hoofdstuk wordt onderzocht hoe de politici in parlementen en regeringen komen. Waarom geraakt de ene kandidaat verkozen en de andere niet? Dat de media hier een essentiële rol spelen, ligt voor de hand. Het slothoofdstuk zoekt de constanten, verschillen en trends in de rekruteringspatronen en de carrièreopbouw van de politieke elites in Vlaanderen. In dit slothoofdstuk wordt gereflecteerd over essentiële politieke opportuniteitsvraagstukken als de descriptieve versus de substantiële volksvertegenwoordiging en de meerwaarde van een systeem waarin de politieke partijen de rekrutering en selectie van het politieke personeel sturen en uiteindelijk bepalen. De centrale vraag naar het al dan niet gesloten karakter van onze politieke elite wordt op zeer genuanceerde -- zoals het wetenschappers betaamd -- wijze beantwoord.
Wie zetelt? is een voortreffelijke studie, die analyse en synthese vlot combineert. De tabellen en schema's verduidelijken de tekst en zijn niet al te overvloedig aanwezig. De auteurs beschrijven, structureren, interpreteren en duiden, maar blijven steeds zeer behoedzaam in hun commentaar. Grote visionaire theorieën ontbreken. Het is de taak van de politici en opiniemakers om op basis van deze onschatbare gegevensbank conclusies te trekken en de openheid en toegankelijkheid van ons politiek systeem te beschermen. Minpuntjes aan de publicatie zijn het ontbreken van een register op personen, het gebrek aan internationale vergelijkingen en -- vooral -- het volkomen negeren van de Brusselse situatie, waar tot nader order een verkozen Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en een College functioneert, bevolkt met Vlaamse Brusselaars, die eveneens tot onze 'gekozen politieke elite' behoren. [Gunter Bousset]
Na een zeer persoonlijk voorwoord van kamervoorzitter Herman De Croo en een theoretische inleiding over het begrip elite, weerspiegelt de indeling van het boek de bestuurlijke indeling van ons politiek bestel: achtereenvolgens komen de gemeentebesturen, provinciebesturen, federale en Vlaamse parlementsleden, federale en Vlaamse regeringsleden en de Belgische Europarlementsleden aan bod. In die vijf hoofdstukken staat de vraag centraal wie onze parlementen bevolkt en wie opklimt tot de uitvoerende mandaten. In het zesde hoofdstuk wordt onderzocht hoe de politici in parlementen en regeringen komen. Waarom geraakt de ene kandidaat verkozen en de andere niet? Dat de media hier een essentiële rol spelen, ligt voor de hand. Het slothoofdstuk zoekt de constanten, verschillen en trends in de rekruteringspatronen en de carrièreopbouw van de politieke elites in Vlaanderen. In dit slothoofdstuk wordt gereflecteerd over essentiële politieke opportuniteitsvraagstukken als de descriptieve versus de substantiële volksvertegenwoordiging en de meerwaarde van een systeem waarin de politieke partijen de rekrutering en selectie van het politieke personeel sturen en uiteindelijk bepalen. De centrale vraag naar het al dan niet gesloten karakter van onze politieke elite wordt op zeer genuanceerde -- zoals het wetenschappers betaamd -- wijze beantwoord.
Wie zetelt? is een voortreffelijke studie, die analyse en synthese vlot combineert. De tabellen en schema's verduidelijken de tekst en zijn niet al te overvloedig aanwezig. De auteurs beschrijven, structureren, interpreteren en duiden, maar blijven steeds zeer behoedzaam in hun commentaar. Grote visionaire theorieën ontbreken. Het is de taak van de politici en opiniemakers om op basis van deze onschatbare gegevensbank conclusies te trekken en de openheid en toegankelijkheid van ons politiek systeem te beschermen. Minpuntjes aan de publicatie zijn het ontbreken van een register op personen, het gebrek aan internationale vergelijkingen en -- vooral -- het volkomen negeren van de Brusselse situatie, waar tot nader order een verkozen Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en een College functioneert, bevolkt met Vlaamse Brusselaars, die eveneens tot onze 'gekozen politieke elite' behoren. [Gunter Bousset]
NBD Biblion
Redactie Vlabin-VBC
Voor het eerst brengt een aantal toponderzoekers van Vlaamse en Franstalige universiteiten…
Voor het eerst brengt een aantal toponderzoekers van Vlaamse en Franstalige universiteiten systematisch de Belgische politieke elite in kaart. Hun sociografie onderzoekt de fel becommentarieerde tendenzen naar mobiliteit, verjonging, vervrouwelijking en professionalisering van de verkozenen op de verschillende bestuurniveaus. De vraag naar het al dan niet gesloten karakter van de Belgische politieke elite wordt op genuanceerde wijze beantwoord: achter de ogenschijnlijk toegankelijkheid schuilt toch een aantal belemmeringen, bijvoorbeeld in de vorm van quota of interne partijbewaking. Deze voortreffelijke studie combineert vlot analyse en synthese. Tabellen en schema's verduidelijken de tekst. De auteurs blijven behoedzaam in hun commentaar en wagen zich niet aan grote theorieën. Het is aan anderen om uit deze onschatbare gegevensbank conclusies te trekken en de openheid van het politiek systeem te beschermen. Minpuntjes aan de publicatie zijn het ontbreken van een personenregister, gebrek aan internationale vergelijkingen en - vooral - het volkomen negeren van de Brusselse situatie.