Na het paringsritueel
Toendra
Details
Genre
Gedichten
Extra onderwerp
Titel
Toendra
Auteur
Willem Thies
Taal
Nederlands
Uitgever
Amsterdam: Uitgeverij 521, 2006
47 p.
47 p.
ISBN
90-499-7016-8, 9789049970161
Besprekingen
Leeswolf
In zijn onderhand bekende 'Sandwich-reeks' presenteert Gerrit Komrij afwisselend een aantal vergeten…
In zijn onderhand bekende 'Sandwich-reeks' presenteert Gerrit Komrij afwisselend een aantal vergeten dichters uit het verleden en een aantal interessante jonge geluiden. Willem Thies hoort tot deze laatste categorie. In Toendra laat hij een eigen stem horen. In een beperkt aantal verzen slaagt de dichter erin een soort van schraal landschap neer te zetten (niet verwonderlijk gezien de titel van zijn plaquette), dat a.h.w. is uitgepuurd tot de essentie. Het is een onherbergzame, haast onmenselijke ruimte, die vooral symbolisch krachtig is en allerminst uitmondt in een soort van goedkope anekdotiek of een gemakkelijk exotisme. Integendeel, het centrum van Thies' universum blijft de mens, en dan met name het dichterlijke ik. Het project dat de dichter zich voor ogen stelt, is daarbij omzeggens illusieloos en sterk ontmaskerend. Hoofdtoon vormt immers de gewelddadigheid die a.h.w. is uitgegroeid tot de routine van het bestaan. De dichter doet hier denken aan de agressieve lyriek van iemand als Armando. Daarenboven wordt een bij uitstek cynische toon gehanteerd, die allicht heel wat lezers voor het hoofd zal stoten. De gedichten spelen zich af op macabere plaatsen (het openingsvers handelt bv. al over een slachthuis), dood en verminking zijn schering en inslag, en de gruwelen van de Holocaust zijn nooit ver weg. Dat de dichter zich doorgaans identificeert met de beul, kan echter de wezenlijk romantische inslag van deze verzen niet verhelen; in weerwil van de cynische, hoogst afstandelijke toon, is er het besef van kwetsbaarheid en leed dat als een slotakkoord in vrijwel elk vers blijft nazinderen. Thies begeeft zich zo op een precaire weg, maar slaagt er toch in om overtuigende lyriek te schrijven. Dat lukt veel minder bij de liefdesgedichten waarmee deze bundel afsluit; hier is sentimentaliteit nooit ver weg en maakt de toon een veel minder strakke indruk. [Dirk De Geest]
NBD Biblion
Els van Geene
Op de eindeloze vlakte van de toendra is het zicht rauw en onbeschut. De neerslachtigheid die…
Op de eindeloze vlakte van de toendra is het zicht rauw en onbeschut. De neerslachtigheid die hierdoor teweeggebracht wordt, is tekenend voor deze dichter. Veel van zijn beelden zijn doordrenkt van strijd, oorlog en dood, maar zijn probleem is dat hij "een zachte wapenrusting" draagt, zowel "vuist" is als "wond", zowel "glasscherf" als "aas". Mensen om hem heen maken alles kapot, geven zich over aan oppervlakkigheden en sussen dat met pillen en capsules. Liefde is pas dàn bevredigend als "omklem-ming" overgave wordt. Als dichter wil hij doorstoten naar de kern, maar ervaart dan dat hij, als een bij, in de huid blijft steken. Die worsteling met dood en onmacht verwoordt Thies in heldere taal. Het bundeltje verwierf de C.Buddingh'-prijs voor het beste poëziedebuut van 2006.