In 1930 schreef Cyriel Buysse: 'Ik heb gereden als kleine jongen op de boerensloten langs de hoeven; ik heb gereden als student [ ] over de wijd-overstroomde weilanden rond Gent; ik heb gereden in Amerika [ ] O! herinneringen van zo lang geleden soms!' Die herinneringen aan het 'schaatsenrijden' vormden de basis voor het heerlijk nostalgische De roman van de schaatsenrijder. In het eerste deel va
In 1930 schreef Cyriel Buysse: 'Ik heb gereden als kleine jongen op de boerensloten langs de hoeven; ik heb gereden als student [ ] over de wijd-overstroomde weilanden rond Gent; ik heb gereden in Amerika [ ] O! herinneringen van zo lang geleden soms!' Die herinneringen aan het 'schaatsenrijden' vormden de basis voor het heerlijk nostalgische De roman van de schaatsenrijder. In het eerste deel van dit boek beschrijft Buysse de vreugde en de opwinding van zichzelf en zijn leeftijdsgenoten bij het dichtvriezen van sloten en vijvers. Achterna gezeten door honden en aangegaapt door de meisjes, schaatst Buysse, 'de knapste rijder van de streek', vol passie en bravoure van dorp tot dorp. Zijn herinneringen zijn warm, vol weemoed en heimwee naar dat ongerepte ijs en de jeugdige kracht en dapperheid waarmee hij er op reed. In het tweede deel beschrijft Buysse een liefdesgeschiedenis in een winters, maar kil New York.
In 1930 schreef Cyriel Buysse: 'Ik heb gereden als kleine jongen op de boerensloten langs de hoeven; ik heb gereden als student [ ] over de wijd-overstroomde weilanden rond Gent; ik heb gereden in Amerika [ ] O! herinneringen van zo lang geleden soms!' Die herinneringen aan het 'schaatsenrijden' vormden de basis voor het heerlijk nostalgische De roman van de schaatsenrijder. In het eerste deel va
In 1930 schreef Cyriel Buysse: 'Ik heb gereden als kleine jongen op de boerensloten langs de hoeven; ik heb gereden als student [ ] over de wijd-overstroomde weilanden rond Gent; ik heb gereden in Amerika [ ] O! herinneringen van zo lang geleden soms!' Die herinneringen aan het 'schaatsenrijden' vormden de basis voor het heerlijk nostalgische De roman van de schaatsenrijder. In het eerste deel van dit boek beschrijft Buysse de vreugde en de opwinding van zichzelf en zijn leeftijdsgenoten bij het dichtvriezen van sloten en vijvers. Achterna gezeten door honden en aangegaapt door de meisjes, schaatst Buysse, 'de knapste rijder van de streek', vol passie en bravoure van dorp tot dorp. Zijn herinneringen zijn warm, vol weemoed en heimwee naar dat ongerepte ijs en de jeugdige kracht en dapperheid waarmee hij er op reed. In het tweede deel beschrijft Buysse een liefdesgeschiedenis in een winters, maar kil New York.